een kudde zeldzame
Veluwse heideschapen


Onze kudde bestaat uit ongeveer 180 schapen van het zeldzame huisdierras Veluws heideschaap. Het streven is om de kudde te vergroten tot ca 300 schapen. Het Veluws heideschaap behoort samen met het Kempisch en Drents heideschaap en de Schoonebeeker tot de groep van heideschapen en is het meest verwant aan het Kempisch schaap. Wilt u deze Veluwe pracht eens van dichtbij bekijken? Breng een bezoek aan de schaapskudde en de herder!​​​​​​​

De lammertijd is in februari en maart. De lammetjes gaan na een aantal weken met de kudde mee de heide op. In de zomer gaat de kudde ook richting Vierhouten, via het herpetoduct (een viaduct voor reptielen) om veilig aan de andere kant van de N310 te komen.

Oorsprong Veluws heideschaap


De oorsprong van het Veluws heideschaap ligt op de Veluwe (tussen Apeldoorn en Harderwijk en rond Ede en Barneveld) en in Utrecht, Noord-Brabant en Overijssel, waar het werd gehouden in kudden van 70 – 100 ooien. In 1910 waren er nog 10.000 ooien, in 1960 was het ras vrijwel uitgestorven. Dit ras kwam weer in opbloei omdat er meer aandacht kwam voor het behoud van biodiversiteit.

In 2007 waren er 1400 zuivere ooien en 70 rammen, verspreid over 9 kuddes in Gelderland, Overijssel en Utrecht, in bezit van organisaties voor natuurbeheer (oa. provinciale landschappen). De kudde van Elspeet participeert samen met andere kuddes in een 'rammenpool'. Door roulatie van de rammen over verschillende kudden per jaar beperkt men inteelt.


Al eeuwen worden er op de Veluwe schaapskuddes gehouden.


Dit was noodzaak, want de grond was zo schraal dat het eigenlijk niet als landbouwgrond gebruikt kon worden. De eigenaren van de kuddes plagden hei. De hei werd gebruikt als strooisel in de schaapskooien. Een kooi wordt ook wel een kot genoemd. De mest van de schapen, vermengd met de heide, werd gebruikt om het land te bemesten. De heide werd gebruikt om bezems van te maken.

Rond 1840 zijn er bijna 40.000 schapen op de Veluwe te vinden.


De meeste wol werd verkocht op de wolmarkt in De Klomp bij Veenendaal. Toen er kunstmest kwam was de schapenmest niet meer nodig. Op een enkele na, verdwenen de kuddes van de Veluwe. In Elspeet bleven de kudde bestaan. Cos Mouw was familie van Jacob en Willem Mouw, markante Elspeter herders. Jacob hoedde een kudde in Elspeet tot zijn militaire dienst. Daarna was hij jaren herder bij de gravin van Rechteren van Limpurg in Rechteren (Overijssel). Na omzwervingen van Eelde, waar de Duitsers zijn kudde in beslag namen, via Hoog Buurlo en Ede kwam hij weer terug in Elspeet.

bent u al ambassadeur?

voor de kudde is uw steun onmisbaar!

Willem Mouw heeft Elspeet nooit verlaten.


Hij had zijn kudde in de kooi aan de Stakenbergweg - die hij van jongs af aan hoedde. Van hem gaat het verhaal dat hij net zo makkelijk contact maakte met mensen als met zijn schapen. Hij bleek een boeiend verteller.

Misschien was het daarom, dat hij nog wel eens bezoek kreeg van Koningin Wilhelmina. Zij trok dan met hem het veld in om een geschikt plekje te zoeken voor het maken van een schilderij.


Hun band was zo sterk dat toen zij overleed, hij werd uitgenodigd de bijzetting in de Nieuwe Kerk in Delft bij te wonen. In 1947 moest Willem zijn werk als schaapherder neerleggen en kwam een einde aan de eeuwenlange traditie van de kuddes in Elspeet.


In 1975 kocht Cos Mouw de schaapskudde. Een artikel uit de plaatselijke krant 'Nunspeet Vooruit' op 23-1-1975 meldde daarover: De oudste schaapskooi van Nederland is weer in gebruik.


Vierhonderd jaar geleden bouwden nijvere handen van aarde en stro aan de Stakenbergerweg in Elspeet een kooi die tot voor enkele jaren onderdak bood aan de vele kudden die over de heidevelden tussen Elspeet en Nunspeet zwierven. Moeilijkheden waren de aanleiding een punt achter de kudde te zetten, een zaak die toch eigenlijk niemand bevredigde. Er werden plannen gesmeed, afspraken gemaakt en tegen de herfst van vorig jaar was de zaak definitief rond, de Elspeetse herder Cos Mouw mocht een nieuwe kudde gaan kopen en kon daarbij rekenen op financiële steun van de gemeente Nunspeet die hem ook in de toekomst zal blijven steunen omdat men zowel het recreatieve nut alsook de functie die het heideschaap vervult bij de instandhouding van de heidevelden wel inzag'. *uit: Sprokkelen op de Noord West Veluwe Deel 2, Gé Wentzel, 1975. Cos heeft de kudde zo'n 42 jaar gehoed, waarvan bijna 30 jaren samen met zijn vrouw Christien. Jarenlang had hij contact met onder meer veearts Hans Kok uit Nunspeet. Toen zijn gezondheid Cos in de steek liet heeft Hans Kok als voorzitter van de Stichting Schaapskudde Gemeente Nunspeet zich hard gemaakt de kudde te behouden. De kudde is eind 2007 gekocht van Cos Mouw. ​
​​​​​​​En zo is de kudde is nu eigendom van de Stichting.